de feiten over granulosaceltumoren

  1. Granulosaceltumoren vertegenwoordigen 2-3% van alle eierstokkankers en ontstaat ​​uit de granulosacellen van de eierstok. 
  2. Granulosaceltumoren (GCT's) produceren oestrogeen. Dit kan endometriumgroei veroorzaken, wat resulteert in symptomen van postmenopauzaal of onregelmatig bloedverlies. Andere symptomen kunnen buikpijn zijn als gevolg van de eierstoktumor. 
  3. Er bestaan ​​twee subtypen GCT's: het juveniele type (komt vooral voor bij jonge meisjes) en het volwassen type (komt vooral voor na de menopauze met een piekincidentie tussen 50-55 jaar). Tot nu toe zijn er geen risicofactoren voor het ontwikkelen van een GCT geïdentificeerd. 
  4. GCT wordt niet altijd verwacht voorafgaand aan de behandeling en wordt meestal door de patholoog gediagnosticeerd na chirurgische verwijdering van de tumor. Wanneer de patholoog twijfelt aan de diagnose, kan een FOXL2-mutatietest op het tumorweefsel worden uitgevoerd om de diagnose te vinden. Een specifieke mutatie in het FOXL2-gen is aanwezig bij ongeveer 95% van de patiënten. 
  5. De behandeling bestaat uit een operatie. Wanneer de ziekte terugkeert, wordt soms anti-hormonale behandeling of chemotherapie gegeven, zij het met beperkt succes. 
  6. 50% van de patiënten ontwikkelt geen recidief na verwijdering van de granulosaceltumor. 
  7. De 10-jaarsoverlevingskans voor stadium I-ziekte is 84% ​​tot 95%. GCT's kunnen laat terugkeren, 20 tot 30 jaar na de diagnose.
  8. Follow-up bestaat uit bloedonderzoek, voornamelijk oestrogeen en inhibine A en B en bij voorkeur ook AMH. Deze 'markers' worden geproduceerd door de tumor en kunnen daarom de ziekteactiviteit weerspiegelen. Bij vrouwen die nog steeds hun menstruatiecyclus hebben (premenopauzaal) kunnen deze waarden echter moeilijk te interpreteren zijn vanwege cyclische veranderingen. Wanneer een recidief wordt vermoed, kunnen beeldvormende methoden zoals CT-scan worden uitgevoerd om de locatie en grootte van potentiële tumorlocaties te beoordelen. Vanwege de relatief langzame groei van de tumor hoeft de behandeling niet noodzakelijkerwijs direct na detectie van het recidief plaats te vinden. Het doel is om de tumor onder controle te krijgen en tegelijkertijd de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden. 
  9. Inmiddels wordt er bij een recidief steeds vaker overlegd met een radiotherapeut voor bestraling en/of met een interventie radioloog voor RFA (radio frequente ablatie)
Met dank aan Joline Roze

debulking operatie

Na de diagnose granulosaceltumor volgt er in de regel een debulking operatie. Als je pas na je (eerste) operatie bent gediagnosticeerd met granulosaceltumor, betekent dit dus een tweede operatie. In de buik wordt een incisie gemaakt die loopt van het schaambeen tot ruim boven de navel. Het uiteindelijke doel van de operatie is om zo mogelijk al het zichtbare tumorweefsel te verwijderen. Dit Engelstalige artikel geeft veel informatie over granulosaceltumor, de markers, de stadiering, behandelingen en effectiviteit en ook over (kans op) recidieven.







Wil je meer weten over het ontstaan van de granulosaceltumor en Nederlands onderzoek hiernaar, op de site van het UMC Utrecht vind je meer informatie.